Gebarentolk Irma Sluis maakte duidelijk hoe belangrijk de doventaal is voor de grote groep doven en slechthorenden in onze maatschappij. Voor veel groeperingen zijn er aparte sportverenigingen en mogelijkheden. De doven en slechthorenden vallen een beetje tussen wal en schip. Hoewel er al sinds 1926 voetbal voor deze doelgroep bestaat.
Communicatieproblemen
Doven en slechthorenden moeten zich vaak bewijzen en krijgen vaak niet dezelfde kansen als de horende medemensen. Dit heeft alles te maken met problemen in de communicatie. Deze doelgroep heeft het moeilijk in het maatschappelijke leven, maar ook op sportief gebied. Dat is niet alleen te wijten aan onwil, maar ook aan de machteloosheid van alle partijen. De doven en slechthorenden vormen een hechte gemeenschap, omdat de drempel om contact te maken met de ‘gewone’ horende mens hoog is.
Bondscoach Raymond Lantinga van het Nederlands Doven Elftal beaamt dit. ‘Deze doelgroep wordt overal weggeschoven. In het bedrijfsleven hebben doven en slechthorenden een achterstand, omdat de communicatie met deze doelgroep lastig is. Bij teamsporten speelt de communicatie ook een rol. Hoe ga je de communicatie aan met een dove of slechthorende speler? Ik raad alle partijen altijd aan om te denken in mogelijkheden en oplossingen. Aan horende mensen vraag ik vaak om zich te verplaatsen in de situatie van een dove of slechthorende. Hoe ervaar je het zelf als je in een groot gezelschap het gesprek niet kunt volgen? Om contact met elkaar te maken, zoek je dan naar mogelijkheden. Ditzelfde geldt ook voor de communicatie met doven en slechthorenden.’
Bondscoach
‘Ik heb veel geleerd van deze doelgroep. Als je kijkt naar een blinde, die doet veel meer op z’n gehoor. Het auditieve vermogen van een blinde is sterker ontwikkeld. Bij doven en slechthorenden zijn de visuele zintuigen veel beter ontwikkeld. Natuurlijk vraagt de begeleiding van deze groep meer van een trainer, maar het is heel goed mogelijk om deze groep te trainen. Als je een dove of slechthorende in je team hebt, dan heb je als vereniging recht op tolkuren. Dit betekent dat er bij de wedstrijdbesprekingen een gebarentolk aanwezig is. Ook tijdens de wedstrijden heb je recht op een gebarentolk. Als bondscoach van het dovenelftal zet ik de wedstrijdbespreking op papier en die mail ik aan mijn jongens. Bij de (na)bespreking maak ik gebruik van diverse visuele aspecten. Zelf heb ik ook een aantal gebaren geleerd om met de jongens te kunnen communiceren. De gebarentaal beheers ik echt nog niet volledig, maar door met deze groep te werken, leer ik er elke dag meer.’
Nederlands Doven Elftal
‘2017 was mijn eerste jaar als bondscoach. Ik had toen een groep van 18 of 19 spelers. Het niveauverschil was heel groot. Op dit moment werk ik met een groep van 45 spelers. Het is heel lastig om andere spelers uit deze doelgroep te bereiken. Daarom gaan we met de KNVB een actie starten, waarbij we alle amateurclubs in Nederland aanschrijven met de vraag of er binnen hun club dove of slechthorende spelers zijn. Vroeger was het veel makkelijker om deze doelgroep te bereiken. Je had drie doveninstituten: in Amsterdam, Sint-Michielsgestel en Groningen. Daar gingen alle dove en slechthorende kinderen naartoe. Door alle ontwikkelingen op medisch gebied en de mogelijkheden van het cochleair-implantaat kunnen veel kinderen gewoon naar het reguliere onderwijs. Dat is natuurlijk een goede ontwikkeling. Het wordt daardoor voor ons alleen steeds lastiger om die doelgroep te bereiken.’
Toppers
Dat spelers uit het Nederlands Doven Elftal iets kunnen bereiken, bewijzen Jack Castelein en Ferry Heijnis wel. ‘Jack was destijds topscorer in de regio Utrecht. Nu speelt hij in de eerste divisie in Denemarken. Een ander voorbeeld is Ferry Heijnis. Ferry werd gescout door AZ en speelde daar in zijn jeugdjaren. Daarna speelde hij bij Volendam en ADO’20. De jongens van het dovenelftal hebben veel over voor hun sport. Deze jongens hebben het ver geschopt. Je moet als speler geluk hebben en een trainer hebben die in je gelooft. Helaas moeten deze spelers net een stapje extra zetten om iets in hun sport te bereiken.’
Financiën
Het Nederlands Doven Elftal valt onder een eigen bond: Koninklijke Nederlandse Doven Sport Bond (KNDSB). ‘Waar wij als bond steeds tegenaan lopen zijn de financiën. We kunnen daardoor slechts eenmaal in de maand een activiteit organiseren. Dit kan een training of een oefenwedstrijd zijn. Ook de trainingslocatie was tot voor kort een punt. We trainden bij FC Oudewater, maar dat was voor een aantal jongens qua reistijd niet haalbaar. Gelukkig kunnen we binnenkort gebruikmaken van de accommodatie van SV Zeist. We willen met het dovenelftal graag wat bereiken. Zo hadden we ons in 2015 niet geplaatst voor het EK. Dit hebben we moeten laten lopen, omdat er geen geld was om de play-off te spelen. Een grote teleurstelling voor dit elftal. Ze hadden zich er zo hard voor ingezet. Vanaf augustus gaan we ons voorbereiden op de Deaflympics in 2021. In mei en juni 2021 spelen we twee interlands: uit tegen België en thuis tegen Duitsland. Als we één van deze wedstrijden winnen, dan is het voor 90% zeker dat we ons plaatsen voor de Deaflympics in Brazilië. Om mee te kunnen doen in Brazilië is heel veel geld nodig. Geld dat we als KNDSB niet hebben. Hoe mooi zou het zijn als de grote BVO-clubs ons financieel zouden willen steunen. Ik heb daar wel ideeën over en ik ga graag met hen in gesprek.’
Wensen
‘Ik zou graag in de regio Utrecht een complex willen hebben waar doven en slechthorenden met hun lotgenoten lekker kunnen sporten. Dat hoeft niet alleen voetbal zijn, maar gewoon alle sporten. Voor deze doelgroep is de drempel heel hoog om bij een reguliere sportclub te gaan sporten. Ze zijn veel te bang om uitgelachen te worden. In een dergelijk complex zouden wij die groep beter kunnen begeleiden en ze laten zien dat ze net zo goed kunnen zijn als een gewone sporter.
In de voorbereiding naar de Deaflympics willen wij graag met ons elftal oefenduels spelen. Sportclubs die daarvoor openstaan kunnen zich bij mij melden. Daarnaast zou ik de interlandwedstrijd tegen Duitsland graag in een klein stadion willen spelen. Hoe mooi zou het zijn als ons elftal door heel veel supporters aangemoedigd zou worden! Verder zou ik graag een keer spelen tegen een ander dovenelftal uit een ander land om te kijken hoe we er internationaal voor staan. Helaas hebben we daar de financiën niet voor. Nu bereiden we ons voornamelijk voor door te spelen tegen reguliere voetbalclubs. De voorbereiding naar de Deaflympics toe is nu voor ons heel belangrijk. Ik hoop dat er voetbalclubs zijn die een wedstrijd tegen ons willen spelen en dan het liefst met de regels zoals die er zijn in het dovenvoetbal.’
Raymond roept iedereen op die het Nederlands Doven Elftal wil steunen om contact met hem op te nemen via bondscoachnde@gmail.com of een berichtje sturen naar voetbal@kndsb.nl