HET VERHAAL VAN DE FLATS

Facebook
Twitter
LinkedIn

Van (Wallie-)flats naar entertainment

Walter Drenth, uitvinder van de flats, noemt zichzelf geen dwarsdenker, maar eerder een creatief denker. Hij vindt het interessant om zaken vanuit een ander perspectief te bekijken. In zijn rol als Sr. Global Director bij Heineken bracht hij destijds met het Holland Heineken Huis in 2004 (Athene) en 2006 (Turijn) de entertainment in de sport. Nu als Managing Director Netherlands benadrukt hij bij Stage Entertainment sportelementen en well-being in de entertainment.

Achtergrond

Walter is in Nijmegen opgegroeid. Zijn moeder was geen onbekende in de hockeywereld. Zij speelde bij het oude Be Fair in Bussum en later in het Nederlands dameselftal. Als tweejarig jongetje liep hij al op het veld rond, terwijl zijn moeder, Mia Drenth-van Erven Dorens, training gaf. ‘Ik kom uit een gezin met drie jongens en als jongste liep ik daar met mijn kleine stickje rond. Daardoor raakte ik al heel snel vertrouwd met stick en de bal. Toen ik acht jaar oud was, mocht ik in Jongens D1 starten. Dat vond ik bijzonder, want de grens lag in die jaren bij negen jaar. Er is toen blijkbaar een uitzondering gemaakt.’

Soort speler

Bij de jeugd in Nijmegen en in zijn eerste jaren in Heren 1 was Walter altijd middenvelder, midden-midden. Hij beschrijft zichzelf als het type hockeyer die graag in het midden van het veld speelde en sturend was, maar ook alle kanten op kon lopen en passen. En later, bij Jong Oranje, Amsterdam en in het Nederlands elftal was hij verdediger, in de positie van vrije verdediger. Walter: ‘De nadruk ligt wel duidelijk op vrij, omdat ik een aanvallende verdediger was die frequent doorschoof naar het middenveld. Ik vond dat ontzettend leuk, omdat ik me kon positioneren als extra middenvelder, met name bij mijn club Amsterdam. Als echte libero kon ik een meer vrije rol aannemen, tevens sturen, maar vooral veel aan de bal en veel passen. Bij Amsterdam speelden we met een systeem waar we voortdurend voorwaartse druk gaven. Daarbij was het de bedoeling dat ik vaak naar het middenveld doorschoof en als we in de verdediging stonden, was dat mijn plek. Ik ging ook altijd mee naar voren, met name voor de lange corners en de strafcorners, waar ik altijd bij betrokken was.’

Ontwikkeling in het hockey

Bij Amsterdam speelde Walter naast hockey op het veld ook in de zaal. Zaalhockey vraagt om een heel andere techniek: als speler zit je veel lager, je mag niet slaan, veel korte schuifslagen en pushen. Het spel is sneller en heeft meer systemen. De techniek van de flats is daar eigenlijk ontstaan. Walter vertelt: ‘Ik vond die korte schuifslag een mooie techniek, maar een te lange schuifslag werd afgefloten, dat mocht niet in de zaal. Ik ben toen die langere schuifslagtechniek op het veld gaan doen, want ik dacht, als het in de zaal niet mag, dan kan het waarschijnlijk wel op het veld. Dat was eigenlijk het begin van de flats. Voor mij was het dé manier om meer variatie aan te brengen in mijn spel. Met de flats kun je een vlakke gecontroleerde bal geven, snelheid variëren, je kunt er een geweldige schijnpass van maken of je gebruikt hem als wapen in de cirkel met een hoge flats op goal. Toen ik deze slag meer ging toepassen in trainingen en wedstrijden werd dit niet altijd gewaardeerd door mijn teamleden. ‘Sla eens normaal Wallie!’, werd er soms geroepen. Toch lekker blijven doen, dacht ik. En zo ging het steeds een stukje beter. Tijdens een van de hockeykampen op Amsterdam in 1994, die we met een aantal internationals begeleidden, stond er opeens de ‘Wallie-flats – veld 1’ op het bord. Daar konden de kinderen de flats met mij gaan oefenen.’

Er is veel veranderd in het hockeyspel. In 1992 is de buitenspelregel afgeschaft. De sticks zijn enorm verbeterd door de toevoeging van composiet, waardoor de bal harder geslagen kan worden en meer energie meekrijgt. Ook de backhandslagtechniek heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt, met name omdat de zijkant van de stick niet meer als bolle kant werd gezien. In 2009 is de self-pass ingevoerd. De bal hoeft nu niet meer helemaal stil te liggen en dat geeft allemaal meer snelheid in het spel. Ook het aloude afhouden of draaien wordt niet meer afgefloten. ‘De Wallie-flats, tsja, ik noem het wel eens een uit de hand gelopen grap. Als je nu naar een wedstrijd kijkt, dan wordt de flats veel meer gebruikt dan de normale slag. De flats is populair geworden als pass, maar ook omdat de flats mogelijkheden biedt in de cirkel. Natuurlijk ben ik er trots op dat de flats zo’n grote rol in het spel heeft gekregen. Aan de andere kant mis ik ook wel de mooie normale slag die je nu een stuk minder ziet. Uiteindelijk houd ik van de variatie en creativiteit in het hockey, van de push en de scoop tot aan de flats. Heerlijk toch?’

Walter is niet de enige bedenker van nieuwe technieken. In het verleden zijn er ook andere mensen die nieuwe technieken bedacht hebben, zoals de sleep-push. Deze slag kwam eigenlijk ook uit het zaalhockey en is door Taco van den Honert geëvolueerd. De chip, volgens Walter een briljante techniek, is uiteindelijk afgeschaft, omdat die slag te gevaarlijk bleek. Later kwam er de backhandslag bij. Er zijn dus in de loop der tijd technieken ontstaan en de flats is er daar één van.

Vernieuwend denken

In zijn werk is Walter een vernieuwend denker. ‘Ik vind het leuk om op een andere manier naar dingen te kijken en het vanuit een ander perspectief te bekijken. Hoe mooi is het om concepten uit de ene wereld toe te passen in de andere wereld. Door mijn achtergrond als topsporter weet je als geen ander wat het is om te trainen. Topsport vraagt onder andere om discipline en afzien. In een sport als voetbal, hockey of rugby moet je enorm goed samenwerken om je doel te bereiken. Ik ben gewend om in een team te functioneren en elkaar te supporten, te sturen, door te gaan en zeker niet op te geven.’

Walter was onder de indruk over wat er in de entertainment- wereld allemaal gebeurt. De cast van een musical staat zeven, acht keer per week op de planken en moet even zo vaak repeteren. In de ogen van Walter is dit écht met topsport te vergelijken, ook omdat je fysiek en mentaal topfit moet zijn. Om die reden probeert hij de elementen uit de sport over te brengen naar de entertainment. Zo is er een well- being programma opgesteld, waarbij er gekeken wordt naar voeding, hydratatie, preventief trainen, maar ook naar herstel. ‘In de entertainment moet je er avond aan avond staan. In de sport kun je een mindere dag hebben, omdat je teamgenoten iets meer op kunnen vangen. Maar op het toneel met 1800 mensen in de zaal, moet je er elke avond 100% staan; een mindere avond wordt direct door alle bezoekers gezien en dat maakt de voorstelling ook meteen minder. Dat is wat mij betreft echt topsport!’ De begeleiding gaat verder. Ook voor het mentale deel is er aandacht. Er wordt veel gecommuniceerd en gekeken naar wat de cast en de crew echt nodig hebben. ‘Wij bieden onze mensen de begeleiding aan waar ze zich comfortabel bij voelen. We faciliteren onze mensen en als zij daar behoefte aan hebben, dan kunnen ze gebruikmaken van de mogelijkheden. Op deze manier brengen we het goede van twee werelden bij elkaar en misschien is dat dan wel een manier van conceptueel dwarsdenken. Maar dat maakt het des te leuker!’

SFEER, SPEL EN SPANNING…

Holland Casino en FC Utrecht, wat hebben deze twee gemeen? Eigenlijk heel veel! In het Holland Casino gaat het om het spel, de spanning en